’Hij laat zijn vingers richting mijn slipje gaan’
Donderdag
Verward denk ik na. Mark wil dus bij mij logeren. Dat lijkt me geen goed plan. Ella is zondag jarig. Hijzelf trouwens ook. Gaat hij dat niet vieren dan? Bovendien wil ik niet dat hij alleen bij mij logeert als hem dat uitkomt. ’Sorry’, app ik terug. ’Ella is jarig en de hele familie komt. Bovendien moet ik morgen werken.’ Ik zie meteen twee blauwe vinkjes, maar hij reageert niet. Doe ik er wel goed aan om hem zo bruut af te wijzen?
Chris staat nog steeds in de tuin van het restaurant op me te wachten. „Ik moet gaan”, zeg ik tegen hem. „Dank voor de gezellige borrel. Morgen werk ik thuis en maandag ben ik vrij, omdat we Ella’s verjaardag vieren op de crèche. Tot dinsdag.” Maar Chris pakt me bij de revers van mijn leren jasje en trekt me naar zich toe. Hij fluistert in mijn oor dat hij met de trein is vanwege de borrel en vraagt of ik hem naar het station wil brengen.
Ik voel de ogen van de collega’s in mijn rug branden als Chris en ik samen het café uitlopen. Mijn auto staat om de hoek. Chris neemt plaats op de passagiersstoel. „Kom even op mijn schoot zitten”, zegt hij. Ik kijk om me heen. De auto staat op een kleine parkeerplaats, midden in de stad. We kunnen elk moment worden betrapt. Ik buig voorover. We zoenen hitsig. Zijn handen bevoelen mijn borsten. Dan laat hij zijn vingers richting mijn slipje gaan.
„Sorry”, zeg ik, terwijl ik me met moeite losmaak. „Dit is echt niet verstandig. Ik ga je naar het station brengen.” Ik kruip achter het stuur en zet hem op de trein. Een klein uurtje later lig ik in bed. Verward. Ik vind Chris dus echt heel, heel leuk. Maar ik ben ook nog steeds hartstikke gek op Mark. Wie moet ik nu kiezen? Wil ik een relatie met mijn baas of een verhouding met een getrouwde man?
Zondag
Wat is dit toch altijd een rare dag. Mijn kind is jarig, maar Mark ook. En terwijl ik mijn kind kan overladen met kusjes en cadeautjes, kan ik mijn minnaar niet zien. Ik weet niet eens of hij weer terug bij Josien is. Voorzichtig stuur ik hem een appje met ’gefeliciteerd’, maar ik krijg geen antwoord. Hm, niet meer aan denken nu. Mijn dochter is twee! En ze is een stralend feestvarken.
’s Middags zit het huis vol mensen. Een jaar geleden kon ik het vanwege corona niet vieren, dus nu pak ik extra uit. Zelfs Linda is er. Ik ben blij dat we het tegenwoordig zo goed kunnen vinden. Dan gaat de bel. Mijn zus, Maarten en de kinderen. Mijn zwager werpt me een broeierige blik toe, die ik probeer te negeren. Helaas doet hij alsof zijn neus bloedt. Als ik even later in de keuken sta, komt hij binnen. „Hé, lekker ding. Wanneer spreken we weer eens af?”
„Niet”, snauw ik hem toe. „Als je me niet met rust laat, zeg ik tegen Frederique dat je me lastigvalt.” Hij kijkt spottend, maar gaat dan toch de keuken uit. Gelukkig. Ik hoef geen drie verschillende mannen achter me aan. Ik negeer hem verder en zo wordt het uiteindelijk toch nog een leuke middag.
Als ik om half 11 ’s avonds eindelijk het hele huis heb schoongemaakt en een serie wil gaan kijken, gaat de bel. Ik schrik. Wie kan dat zijn, zo laat? Ik kijk uit het raam. Het is Mark! Wat doet die hier zo laat? Ik doe open. Mark stommelt de trap op. Zo te zien is hij straalbezopen. Ik neem zijn jas aan. „Gefeliciteerd met je verjaardag”, zeg ik. „Sorry, ik heb geen cadeautje. Ik had je niet verwacht.”
Mark gaat op een stoel zitten. „Josien en ik waren uit eten voor mijn verjaardag”, bralt hij. „We kregen ruzie. Over jou natuurlijk.” Hij lacht een beetje bitter. „Onze ruzies gaan altijd over jou. Verder maken we eigenlijk nooit ruzie. Maar goed, zij zei dat ik jou nooit meer mag zien en ik zei dat het haar eigen schuld was omdat zij mij altijd afwijst. Dus uiteindelijk ben ik weggegaan en nu ben ik hier. Ik ben helemaal komen lopen.”
Hij kijkt me verwachtingsvol aan, alsof hij vindt dat hij een complimentje verdient. Zegt hij nu echt dat hij nu alleen maar hier is omdat Josien hem afwijst in bed? Lekker dan. „Dus eigenlijk ben je nu bij mij om Josien te straffen”, zeg ik. „Of omdat je graag bij mij wil zijn?” Mark haalt zijn schouders op en concludeert dat hij eigenlijk om beide redenen bij mij op de bank zit. Daarna zegt hij dat hij moe is en wil slapen.
„Nee Mark”, zeg ik. „Ella is hier, dus dat kan niet. Bovendien ben ik geen uitvalsbasis als het thuis even niet zo lekker loopt. Dus ik wil dat je weggaat. Het kan met niet schelen waarheen. Mark begint te lachen en strekt zijn handen naar me uit. „Ik meen het”, zeg ik en gooi zijn jas naar hem toe. Rot op. Nu.”
Mark kijkt boos, maar trekt toch zijn jas aan. „Ik dacht dat je me steunde, Laura”, zegt hij knorrig. „Dat je er altijd voor me zou zijn. Dat onze liefde door niets en niemand kapot gemaakt zou kunnen worden.” Dan trekt hij de deur achter zich dicht. Een paar seconden later hoor ik een enorme klap. O jemig. Is hij nu van de trap gevallen?
© The Stringpoint Group
bron: de Telegraaf
Door een account aan te maken in deze winkel kunt u het betalingsproces sneller doorlopen, meerdere adressen opslaan, bestellingen bekijken en volgen en meer.
RegistrerenU heeft geen artikelen in uw winkelwagen