’Voor ik het weet, lig ik poedelnaakt op bed’
Woensdag
Mark is negatief getest en zijn kinderen ook. Josien is doodziek. Ik bel de GGD, maar die vinden het niet nodig dat ik me laat testen, omdat ik geen klachten heb. „Het stomme is dat Josien nog steeds ontkent dat corona iets anders is dan griep en daarom ook weigert afstand te houden”, zegt Mark. „Ik heb de kinderen nu bij mijn moeder gebracht. Kan ik een tijdje bij jou logeren?”
Dat is natuurlijk heel onverstandig. Als Jamie ontdekt dat Mark bij mij zit, raak ik mijn enige cliënt kwijt en heb ik geen inkomen meer. Maar ik kan de kans om Mark een paar dagen achter elkaar te zien niet laten schieten. Ik bel Jamie om te zeggen dat we elkaar even niet kunnen zien, omdat ik in quarantaine zit. „Een crècheleidster van Ella heeft corona”, lieg ik.
Jamie zucht. „Ik mis je”, gromt hij. „Ik wil je zo graag zien dat ik het er voor over zou hebben om ziek te worden.” Ik hoor aan zijn stem dat hij het meent en baal ervan dat ik hem nu bedrieg. Kon ik maar een relatie met twee mannen hebben. Of eigenlijk zou ik natuurlijk gewoon moeten breken met Mark. Dat ga ik ook doen. Maar eerst nog even een paar dagen van hem genieten.
Donderdag
Ik heb Ella naar Linda gebracht en heb net koffie gezet als de bel gaat. Mijn hart bonst. Mark! „Waarom ben je aangekleed? Ik had gehoopt dat je me naakt op zou wachten”, fronst hij. „Kleed je maar weer uit.” En voor ik het weet lig ik poedelnaakt op bed. „Draai je om”, commandeert hij en als ik op handen en knieën zit, hoor ik dat hij zijn broek openritst. Met één beweging zit hij in me. Ik voel me totaal aan hem overgeleverd terwijl hij me hard neemt.
Mark grijpt met één hand mijn haar beet en stoot snel en zeker. Ik lig op mijn buik en kan niets anders dan het ondergaan. Maar ik vind het heerlijk. Zijn andere hand streelt mijn clitoris. Binnen enkele minuten bereik ik mijn climax. Ik gil van genot en dan schreeuwt ook Mark het uit. Ik ga op mijn zij liggen en neem hem in mijn armen. Wat houd ik toch van die man.
Vrijdag
Als Ella weer thuis is, verandert Mark als een blad aan de boom. We hadden het tot nu toe heel gezellig, maar dat is nu voorbij. Hij is duidelijk niet meer gewend aan kleine kinderen, want hij vindt dat Ella erg veel aandacht opeist. Hij vraagt zelfs hoe oud ze nu is. „Ze wordt volgende week een jaar”, zeg ik geïrriteerd. „Ze is op dezelfde dag jarig als jij. Dat weet je toch wel? Konden we het maar samen vieren!”
Mark stelt voor dat we Ella bij mijn moeder brengen, zodat we ongestoord van elkaar kunnen genieten. Maar als ik bij mijn moeder aanbel, schrik ik van haar witte gezicht. „Ben je ziek? Je ziet er slecht uit”, zeg ik. Ze beaamt dat ze zich inderdaad niet fit voelt. Ik schrik. Ik ben bang dat Ella of ik haar hebben besmet. Ella was snipverkouden en toch heeft mijn moeder op haar gepast. Ik heb me nooit laten testen, maar ik had dan ook nergens last van. Wat is het toch een rotvirus.
„We gaan je laten testen”, zeg ik gedecideerd. „Ik maak een afspraak bij de GGD.” Vervolgens neem ik Ella weer mee naar boven en vraag of ik de auto van Mark mag lenen. Die had zich zijn weekend bij mij heel anders voorgesteld, maar mijn moeder gaat nu even voor. Hij kijkt ontzettend chagrijnig als ik zeg dat ik Ella bij hem laat, maar het is nu even niet anders.
Zaterdag
Mijn moeders test is positief en ik ben boos op alles en iedereen. Boos op Hugo de Jonge omdat mijn 68-jarige moeder nog steeds niet is ingeënt. Boos op mezelf omdat ik zoveel risico’s heb genomen. Boos op Mark omdat hij zo lullig doet. En omdat hij nog geen kopje naar de keuken brengt, maar wel al zijn spullen overal laat slingeren.
En terwijl ik het gevoel heb dat ik al na één dag voor iedereen zorgen op mijn tandvlees loop, is bij Mark de maat vol. „Ik had me verheugd op een paar dagen samen”, zegt hij kwaad. „Die kans krijgen we anders nooit. Josien denkt dat ik in een hotel verblijf, maar ondertussen zit ik hier in een piepklein appartement met een vrouw die haar tijd verdeelt tussen haar moeder en haar baby. Daar heb ik geen zin in.”
Dan word ik ook nijdig. „Sorry dat ik geen levende sekspop ben. Sorry dat ik niet altijd voor je klaarlig als het jou goed uitkomt. Sorry dat ik ook een leven heb. Je zou me ook gewoon kunnen helpen in plaats van alleen maar aan mijn kop te zeuren.” Ik hijg ervan en kijk Mark verwachtingsvol aan.
Die zegt niets meer. Met een paar stappen is hij in de slaapkamer, smijt zijn spullen in zijn tas, loopt naar de badkamer en doet hetzelfde. Dan pakt hij zijn jas en zonder mij nog aan te kijken, stormt hij de trap af. Even later hoor ik zijn auto de straat uitscheuren. Shit, hij is weg. Maar waarheen in godsnaam? En kan ik dit nog wel goedmaken?!
© The Stringpoint Group
bron: de Telegraaf
Door een account aan te maken in deze winkel kunt u het betalingsproces sneller doorlopen, meerdere adressen opslaan, bestellingen bekijken en volgen en meer.
RegistrerenU heeft geen artikelen in uw winkelwagen